zondag

Eilandgevoel

Er waait een licht, zwoel zomerbriesje en de lucht is zwaar van het blauw als ik door de polder naar de dijk fiets.
Groepen scholeksters, grutto's en wulpen zwieren loom om mij heen. Zelfs de vogels hebben het warm op deze zonnige julidag. Bij de dijk aangekomen wacht mij een welkomscomité van schapen, kennelijk is de dijk hun terratorium gezien het feit dat ze geen stap opzij doen als ik het hek openmaak. Met trage nieuwsgierigheid die schapen eigen is, slaan ze al graskauwend mij gade.
Met de fiets in de hand klauter ik tegen de dijk op, althans : een poging: want wie had ook alweer bedacht dat het handig zou zijn om basaltblokken neer te leggen als pad?
Ik kies rap het gras ernaast daar de hoeveelheid schapenkeutels ( met een hoge graad van smeuïge versheid ) het basalt tot een glijbaan maakt, één stap vooruit en je glijdt er vijf terug...
Als ik de dijk over ben zie ik dat het aan het ebben is, dat ruik je trouwens ook.
Het zilt vermengd met het opdrogend wier zorg voor een weeïge geur.
Daarbij helpt het ook de geur van het halfvergane kadaver van een eidereend wat voor mijn neus ligt...


Het Wad ligt in de kom van 't Sehaal vol met aanspoel en rommel; touwen, lege blikjes, een plastic krat en wat dies meer zij. Geen juttersgoud dit keer. De resten van een romantische avond zie ik terug in de lege flessen rosé en rode wijn. Kennelijk is de romantiek van de gebruikers zo doorgeslagen dat ze geen oog meer hadden voor de natuur die ze de avond van hun leven bezorgde... Ik word er een beetje mistroostig van. Ik stop en pak de lege flessen op, stel je voor dat de flessen met vloed tegen de dijkwand aan kletsen en in stukken breken, je zal maar als nietsvermoedende zwemmer je voet er aan openhalen..De lege blikjes gaan ook mee in mijn superdeboer-jutterstas. Ziezo.
Het is maar een druppel op de gloeiende plaat, maar die ene druppel maakt toch het verschil.
Ik vervolg het pad langs de waterkant en koester me bruin in de goudgele zon. In de verte zie ik de contouren van Harlingen liggen en - recht voor me uit - ons veilige baken
de Brandaris. Trouw, standvastig, sterk.
Omgeven door glooiend groen - en rode daken.
Het zilte goud schittert in het warme middaglicht, dikke kabeltrossen vol zwarte mossels, de kwelders van Seeryp en Kinnum, het is een adembenemend gezicht.

Mijn eiland is mooi, hemelsmooi.

Wat is het toch heerlijk om zo vrij te zijn, bedenk ik me, je zult maar zitten op een balkonnetje driehoogachter ergens in de Bijlmer. Of - net zo erg - in een Vinexwijk in Almere-City.

wordt vervolgd.

3 opmerkingen:

Sylvia zei

Ik ben tien jaar in Zeeland gewoond (ook op een eiland alhoewel iets minder afgesloten dan het jouwe) en zit de laatste 5 jaar in de randstad. Ook driehoog achter heb ik een gezegend leven.

Geen vrijheid in de natuurzin, maar wel zeeën van vermaak in de vorm van bioscopen, theater, uitgebreide horeca. Iets dat Zeeland me niet te bieden had.

Ik ben er nog steeds niet uit waar ik gelukkiger was. Volgens mij gaat het gelijk op.

Sjoerd zei

Zuid Limburg loopt leeg en bestaat straks ook alleen nog maar voor de toeristen. En dan zijn er nog mensen die dat erg vinden dat iedereen in de randstad wil wonen en werken.

Henry ™ zei

Ik ben best jaloers op je eiland! Misschien voelt het heel gewoon als je er woont maar voor mij is het heel bijzonder, zo'n plekkie! ;-)