Misschien lag het aan de slapeloze nacht, het woelen tot vier uur in de ochtend en daarna maar van de wanhoop de hond uitlaten, in de hoop dat een blokje om nog voor drie slaapuurtjes zou zorgen... wat natuurlijk niet gebeurde. De muizen in mijn hoofd waren geenszins van plan het nest te verlaten. Een nacht zonder nacht dus. Gelukkig waren er vanochtend alleen twee logees die zelf hun broodjes smeerden, daar had ik geen omkijken meer naar, alleen de wasmachine moest nog even vol en aan. Mijn lijf hunkerde naar de horizontale modus, mijn hoofd watterde in het luchtledige... ik was er wel. En niet. Maar nog even plat kon niet. Er stond al een afspraak.
In zombie-stand naar het huis van vriendin B alwaar het geluid van vier kindekes mij vrolijk toeklaterde. Snel even helpen de mondjes te vullen, wat gelukkig binnen een half uur lukte. Incluis die van mijzelf.
Tegen de tijd dat de klok het middaguur sloeg moest ik naar West. Ik had een afspraakje met een fysiotherapeut.
Mijn fijne fysiotherapeut liet mij het plafond zien, niet van extase maar vanwege de hielspoor. Mijn zere hoefje werd duchtig onder zijn deskundige handen genomen. Mijn gekreun en gesteun zal op de gang vast wel vraagtekens hebben opgeroepen, maar allee : mijn onderstel voelde daarna toch wel beter aan dan dat het dee. Ik wilde net blij ( heul blij ) en dankbaar ( heul dankbaar ) afscheid van hem nemen toen hij zei dat ...
ik nog niet van hem af was na deze sessie. Dat stemde mij nog onbestemder dan dat ik al was. Wat moest ik hiervan denken? Tja, niet veel goeds... Het kon nog wel een vier- of zesweekse 'date' worden, zei de olijkerd vrolijk. Want er zat een heftige ontsteking in de peesplaat. Fijne man.
( Ik heb hem natuurlijk toch maar netjes bedankt want in nood moet je het hebben van zulken.)
Na deze fijne meeting wil ik in eerste instantie naar huis, maar gezien het feit dat het verzorgingstehuis op steenworp afstand ligt van de
Op nummer X woont een lieve dame die ik nog van vroeger ken in de tijd dat ik nog niet op de mooiste zandplaat van Ennel woonde. Wij logeerden altijd zes weken in haar dorp en mijn ouders kwamen daar regelmatig over de vloer .
Ik bel aan en zuster Klivia doet open. "Oh mevrouw is nog even in de badkamer maar kom maar verder. ' zegt ze. Uit mijn ooghoek zie ik ondertussen meneer Y op de gang met zijn rollator. Ook hem ik ken van vroeger, lang geleden ( dertig jaar ) zat hij met mijn oudste broer op een koor, en ze carpoolden ( dat woord was toen nog niet eens uitgevonden maar toch ) samen naar hun avondje uit. Meneer Y pikte broerlief op in zijn dure bolide en broerlief zat dan er prinsheerlijk naast met een stapel zangboeken, ik zie het plaatje nog zo voor me....
Meneer Y heeft geen familie hier wonen, zijn vrouw is lang geleden gestorven en zijn enige dochter in 2004 op jonge leeftijd. Er komt amper iemand bij hem op bezoek. Ik zeg tegen Klivia dat ik zo dadelijk wel kom zodat zij de lieve dame rustig aan kan helpen en dat ik ondertussen even meneer Y dag ga zeggen.
Zo gezegd, zo gedaan. Meneer Y ziet niet meer zo goed maar herkent mijn stem. Ik moet maar even bij hem binnenkomen want hij heeft mij iets moois te laten zien: een trouwfoto van zijn enige kleinkind - die aan de wal woont. 'Áchja natúúrlijk ', zeg ik, 'U zou daarheen afgelopen jaar. Hoe was de bruiloft?' Hij kijkt mij aan en tranen vullen zijn ogen. Ik ben niet geweest, zegt hij, en vervolgt; ' Ik was bang dat ik misschien niet goed zou worden en dan zou ik het feestje verpesten. Dus ik ben hier gebleven.'
Nu ben ík degene die natte ogen krijgt, er gaat een rilling over mijn rug. Deze man is 91 en is bang dat hij ergens 'ballast' wordt. Potverdorie bij familie nog wel, hoe erg kan het zijn? Hij wil geen blok aan het been zijn.... Is DIT de denkwijze van onze grijze, wijze generatie?
Het voelt als een blamage en als een falen dat deze ouderen zich kennelijk niet meer 'an publiek' durven te laten zien.
Hoe komen zulke ideeën toch in zijn hoofd, daar zit voor mij een groot vraagteken!
Ondertussen hoor ik zuster Klivia roepen dat mevrouw X klaar is, en ik zeg tegen meneer Y dat ik moet gaan, maar dat ik gauw terug zal komen en dat we dan samen rustig een kopje thee gaan drinken . 'Ja, zegt hij, kom maar gauw weer, ik zal naar je uitkijken.'
Hij geeft beverig een hand en vraagt of hij mij een kus op de wang mag geven. Terwijl hij mij gedag zegt en ik zijn kus krijg, zie ik weer tranen in zijn ogen. Ik zie zijn eenzaamheid. Levensgroot.
Met een brok in de keel neem ik afscheid. Ik zwaai nog even en stap dan binnen bij de lieve dame. Ze wacht mij op in haar rolstoel bij de tafel, een potje thee staat al klaar, ook ligt er al een bonbon op een schoteltje. Hoe welkom kun je onthaald worden?
De lieve dame heeft hier wel kinderen wonen, en ook kleinkinderen. Ik vraag hoe het met haar gaat en ik zie dat ze zich groot houdt. ' Het gaat wel goed ' , zegt ze, ' ze wil niet klagen.'
Ook hier voel ik onderliggend verdriet. ' Ja, het gaat goed met de kinderen en de kleinkinderen maarja, ze zijn allemaal zo druk... haar dochter ziet ze hooguit één keer per week.... een half uurtje.' Weer voel ik rillingen en zit er iets geks in mijn keel.
Op haar tafeltje staat een foto van haar overleden man, ze kijkt ernaar en zucht.. ' Ik mis hem nog alle dagen, nu zit ik hier alleen... ' Ik zwijg en pak haar hand.
Hoe lang ik haar hand heb vastgehouden weet ik niet precies, maar in de stilte is er meer gezegd dan woorden hier kunnen vertellen.
1 opmerking:
Het zit niet altijd mee in het leven, met een goede gezondheid oud worden is ook niet alles als je de hele dag alleen en eenzaam bent. Je hebt in ieder geval twee mensen een groot plezier gedaan.
Een reactie posten